Bespreking: Waanzinnige optische illusies

De basis
Het boek begint met een stuk over de basis van optische illusies. Er wordt het een en ander beschreven over wat optische illusies nu eigenlijk zijn. Het wordt echt aan de lezer verteld, hierbij is het nodig dat je eerst iets weet hoe je ogen en je hersenen gewoonlijk werken.
Met plaatjes en voorbeelden wordt het een en ander uitgelegd. Ondanks de heldere en niet te ingewikkelde uitleg kan dit best wat pittig zijn voor een kind, maar dan kunnen volwassenen bijspringen en wat meer uitleggen. Of het kind begint gewoon met de illusies want die zijn hoe dan ook leuk of je nu wel of niet snapt hoe je hersenen werken.

Als laatste wordt uitgelegd dat optische illusies speciaal gemaakte plaatjes zijn die onze ogen en hersenen gebruiken om ons voor de gek te houden. En dat er verschillende manieren zijn om dit bedrog tot stand te brengen.

Zeven hoofdstukken vol optische illusies
Daarna kan de pret beginnen en zijn er 7 hoofdstukken met elk een eigen thema met optische illusies.

1. Gekke lijnen en krommingen.
   Hier zie je bijvoorbeeld een tegelvloer die schots en scheef is, maar is dat wel echt zo?
2. Prachtig kleurenpalet.
   In dit hoofdstuk wordt je compleet in de war gebracht over de kleuren die je zien. En bij een van de illustratie veranderen de kleuren zelfs wanneer je 40 seconden naar een bepaald punt kijkt.
3. Laat het je duizelen.
   Een gewone vraag over wat je ziet blijkt hier lastiger te zijn dan je zou verwachten. Op een van de illustraties kun je bijna niet meer onderscheiden wat nu voor, achter, links of rechts is. Wat zie je nu eigenlijk? Erg leuk is de pagina waar je op een leeg wit stuk toch iets kunt zien. Hoe dat lees je in het boek.
4. Hoofdbrekens.
   We hebben allemaal het talent om voorwerpen, gebouwen of patronen een menselijk trekje te geven. En daar gaat dit hoofdstuk over, er staat onder ander een foto in die in de jaren 70 op mars gemaakt is en die precies op een gezicht lijkt. Maar je kunt ook iets ontdekken wanneer je de Mona Lisa ondersteboven bekijkt. En dan is er een foto waarin je in 1 en dezelfde foto twee verschillende gezichten ziet.
5. Piepklein of reuzegroot. De titel zegt het al, hier moet je zie wat er het langst of het grootst is en natuurlijk wordt je hierbij weer vaak op het verkeerde been gezet.
6. Vreemde vormen. Hier vind je geometrische grapjes zoals een trap die alleen maar omhoog kan. Of lijk je een zwevend zebrapad te zien. Ook is er een afbeelding met alleen maar patronen of zie je er toch een dier in?
7. Over de kop.
   Dit zijn optische illusies die lijken te kloppen maar wanneer je hoed kijkt in het echt niet kunnen. Ook staat er een plaatje van een olifant met 5 poten. Hierbij staat “…vijf Tel nog eens hoeveel poten heeft deze olifant?” Best lastig het lijken er overduidelijk vijf. Ook erg leuk hier zijn de tekeningen waarin je afhankelijk van hoe je kijkt twee totaal verschillende tekeningen ziet. Of een tekening die totaal veranderd wanneer je die op zijn kop houdt.

Links op de pagina staat steeds in een een vraag, een opmerking of een opdracht. het antwoord aan de rechterkant met wat extra toelichting erbij. Zoals bijvoorbeeld hoe je kunt controleren of wat er staat echt wel klopt.
Op iedere pagina wordt er uitgelegd wat er gebeurd en hoe het komt dat je in de waar raakt. Soms in een geel vak andere keren onder het kopje Wat gebeurt er.
De teksten zijn gericht aan de kinderen en zijn niet saai of wetenschappelijk maar vlot en speels geschreven.

Het is een enorm vermakelijk boek dat kinderen verteld zal laten staan en zonder dat ze het merken ook nog leerzaam is.