Alex is een jongen met speciale krachten die samen met zijn vader in een afgelegen hut in Atiqa woont. Hoe het komt weet Alex niet, maar hij mist nooit wanneer hij schiet en hij kan aan kleuren boven mensen meer over hen te weten komen. Wanneer zijn vader op mysterieuze wijze overlijdt, staat hij er alleen voor. Als dan ook nog eens zijn vriend Janus onder vreemde omstandigheden verdwijnt, trekt hij de gevaarlijke witte bergen in om hem te zoeken. Ondertussen heeft de Dux, de heerser van het zuiden, zijn pleegdochter Belva er op uit gestuurd om Alex te vinden en bij hem te brengen. De Dux weet namelijk dat Alex een bijzondere gave heeft en hij wil zijn kennisbewaarder Scentia de opdracht geven Alex te leren hoe hij zijn krachten kan beheersen en ontwikkelen. Wanneer Alex echter een visioen krijgt dat zijn vrienden in gevaar zijn, stopt hij direct met zijn training en gaat ze met gevaar voor eigen leven zoeken.

In het Londen van 1592 worden satanische gruweldaden gepleegd en in de zoektocht naar de schuldigen worden onschuldige vrouwen als heks op de brandstapel gegooid. Het volk is bang en laat zich opzwepen door dominee Webb. Deze dominee belooft Londen te zuiveren van het eeuwenoude kwaad. Maar niet alles is zoals het lijkt. Daar komt Jack, een lid van het plaatselijke dievengilde, tegen wil en dank achter. Op een dag berooft hij de verkeerde persoon en krijgt hij een duister voorwerp in zijn bezit. Vanaf dat moment is zijn leven voor altijd veranderd en is er geen weg meer terug. Jack ontdekt dat Londen helemaal niet is zoals hij dacht en maakt dingen mee die hij voor onmogelijk had gehouden. Londen blijkt een stad van duivels te zijn waar in elke hoek en steen een duivels kwaad heerst. Door deze kennis is Jack zijn leven niet meer zeker en belandt hij in een strijd waar hij niet onder uit kan. Jack komt in de problemen met zijn dievengilde, met magiërs en spionnen, en ontdekt dat dominee Webb niet te vertrouwen is. Langzamerhand weet hij niet meer wie vriend of vijand is en moet hij vechten om te overleven.

De Banneling is het derde deel uit de succesvolle en populaire serie Elfenblauw. De hoofdpersoon in de boeken is de twaalfjarige Sander die terechtkomt in een magische wereld. Daar blijkt hij de kroonprins van het koninkrijk Cyndrië te zijn en heeft hij (in deel 1) de duistere tovenaar Farlog verslagen en opgesloten in het Juweel van Silnaris. In deel 2 heeft Sander het opgenomen tegen Lystar, een volgeling van Farlog. Dit was slechts deels succesvol, want hij ontsnapte met het Juweel en heeft een gevaarlijk monster gecreëerd. Gelukkig heeft Sander trouwe vrienden die hij hem bijstaan om deze bedreigingen het hoofd te bieden.

Op een dag krijgt Mira een boek van een mysterieuze man. Het is niet zomaar een boek, maar een boek dat gaat over wat ze zelf in haar hoofd wil beleven. Diezelfde avond valt Mira bij het lezen van het boek in slaap en is ze opeens in een onbekende wereld. Mira is aan de Ommezijde van de bladspiegel waar onze taal gemaakt wordt. Ze wil terug naar huis, maar alleen koning Alfa weet hoe dat moet. Helaas is koning Alfa gevangen genomen door de “De Grootste Gemene Deler”, de leider van de Bèta’s. Er zit dus voor Mira niets anders op dan op pad te gaan en te proberen hem te bevrijden. Dit is het begin van een avontuur met veel humor en spraakverwarringen. Lukt het Mira om koning Alfa te bevrijden? Overwint ze de Grootste Gemene Deler? En vindt ze ooit de weg terug?